dinsdag 30 september 2008

Ganesha

Ganesha, ook wel Ganesh genoemd, is de Hindoestaanse godheid met het olifantenhoofd.

Hij was de zoon van Shiva.
Shiva was veel op pad om oorlog te voeren en leerde op die manier zijn zoon, die thuis bleef, niet goed kennen.
Ganesh groeit op zonder dat Shiva deze ontwikkeling meemaakt.
Wanneer Shiva eindelijk weer huiswaarts keert, herkent hij zijn zoon niet meer.
Hij beschouwt hem als een indringer en onthoofdt hem.
Als blijkt dat het zijn zoon is, geeft hij opdracht aan zijn dienaren het eerste het beste hoofd te zoeken en die op het lichaam van zijn zoon te plaatsen.
Ze keren terug met de kop van een olifant en Shiva roept op die manier zijn zoon weer tot leven.

Beelden van Ganesha staan in Oosterse landen vaak op splitsingen van wegen.
Het symboliseert de keuzes die mensen maken als ze een nieuwe weg in slaan.
Hij neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers.
Hindoes bidden tot Ganesha voor ze aan iets nieuws beginnen, zoals een nieuwe baan of wanneer ze verhuizen.
Ganesha de zoon van Shiva en Parvati, rijdt op een muis of een rat.
Ganesh wordt meestal afgebeeld met een dikke, blote buik, een roos-oranje huid, een rat aan zijn voeten en natuurlijk een olifantenkop. De rat (die opvallend klein is) is zijn persoonlijk vervoersmiddel.
Soms heeft hij tussen zijn ogen (boven zijn slurf) een symbool dat op een "3" gelijkt, dat is eigenlijk een Ohm: de klank (vibratie) waaruit het heleal is ontstaan.
Op veel afbeeldingen van Ganesha komt een swastika voor. De swastika (Sanskriet: "het is goed"), ook wel bekend als hakenkruis, is het symbool van welzijn en geluk. Het symboliseert de wentelgang van de vier seizoenen van het ronddraaiend jaar en van oneindigheid. De swastika is bij de boeddhisten het symbool voor de zon. In het oude China staat het hakenkruis symbool voor de oriëntering naar de vier windstreken en wordt het gebruikt om het getal tienduizend (oneindig) aan te duiden. In de moderne geschiedenis staat de swastika symbool voor Nazi-Duitsland.